top of page

Teksten

Oog in oog staand met werk van Elise Berkvens is mijn eerste reactie terugdeinzen. Weliswaar een ‘reculer pour mieux sauter’, toch geen blik die nieuwsgierig toenaderen wil, aangetrokken door een mysterieuze intimiteit van het geheim van een mooi beeld. Haar composities zenden het zicht, gekoppeld aan het inzicht, wandelen. Wat is hier verduiveld gebeurd? Daar vindt een kat haar jongen niet in terug. Er is echter geen kat te zien. Er vertoeven geen levende wezens in de opstellingen van Elise Berkvens. Toch zitten haar constructies vol menselijke afwezigheid. Het lijkt wel een bouwwerf bij schafttijd. Of moet ik het destructiever zien en is dit een ruïne na een aanslag met een recent ontwikkeld springtuig waarvan de gevolgen nog ongezien zijn? Ze maken geen brokken, ze decomposeren enkel de bestanddelen van de ruimte. Het kot staat op stelten.

 

Voor alle duidelijkheid, de spontane recul wordt niet ingegeven door enige weerzin voor een afstotelijk beeld. Integendeel, haar kleurenpalet is lieftallig: hemelse blauwen, felle roden, helle gelen. De constructies boezemen geen angst in, wel verwondering over de verwarring. De blik vindt geen rustpunt, maar tast de ruimte zoekend af. Nieuwsgierigheid borrelt langzaam op. Zelfs in die mate dat men zin krijgt in het schilderij te stappen en de toestand van de chaos op te meten.

 

Het werk van Elise Berkvens toont bij nader inzien een verwantschap met dat van de Italiaan, Giorgio de Chirico (1888-1978), die leegten schildert met objecten die met elkaar ongewone relaties hebben. De gelijkenis zit niet in de opbouw van de beelden, wel in de filosofische diepgang. Men heeft zijn kunst “Pittura metafisica” genoemd. Voor de Chirico behelst het ‘metafysische’ dat wat voorbij de realiteit gaat. Dat was ook de oorspronkelijke betekenis die Aristoteles eraan gaf, de bespiegelingen die aanvangen wanneer de fysica het wetenschappelijk niet meer kan verklaren. In zekere zin heeft elke kunst een metafysische dimensie, omdat ze met de werkelijkheid iets doet dat meer is dan de realiteit te zijn. Meestal past dat in het filosofiehoofdstuk ‘ethica’. Als het fundamentele vragen betreft over ruimte en tijd, orde en chaos, eindigheid en eeuwigheid, behoort het tot de zuivere metafysica. Dit is het geval bij de Chirico en eveneens bij Elise Berkvens. 

 

Haar constructies blijken allesbehalve wanorde. Elise, gefascineerd door de ruimtelijkheid, vervaardigt, zoals een architect, ter voorbereiding maquettes. Niet van bewoonbare plekken, wel de ruimte om de ruimte, als bevraging van de driedimensionaliteit. Dat doet ze door een ontleding, d.w.z. het geheel opdelen in elementen door ze in één vlak, de tweedimensionaliteit, te schilderen en te zien herrijzen via het effect van perspectieven. Aldus beleeft ze spatialiteit. Het oog tromperen is een belangrijk aspect van de schilderkunst, meesterlijk gesynthetiseerd door ‘la trahison des images’ van René Magritte.

 

De metafysica van Berkvens heeft een Oosterse dimensie. Men zou haar constructief spel met de architecturale elementen kunnen zien als een visuele yogaoefening, als ruimtelijke meditatie. De kleermakerszit is dan ook de te verkiezen positie om haar werk te aanschouwen.

 

Een oeuvre een filosofische lading geven, is één zaak. Dat ‘een schilder een schilder blijft’ is een ontegensprekelijke tautologie. Tenzij iemand die verf op een bepaalde wijze op een drager aanbrengt, dat niet is, en dan is deze ook geen beeldend kunstenaar, meester in de poëtische verhoudingen van vorm, kleur en materie. Men kan het werk van Elise Berkvens dan ook bekijken als een bijdrage aan abstracte kunst. De wankelsituatie als abyssale afgrond van deze kunst, bestaat eruit dat, hoe fundamenteel ze ook is, ze neigt naar uitholling. Zodoende kan ze tot decoratie verworden, de grote angst van kunstenaars. Berkvens geeft aan haar vlakken, vlekken, lijnen en penseeltrekken de potentie om enkel op hun vorm bekeken te worden. Aldus krijgt haar werk ook iets van de eend-konijn-illusie. Genieten van de formele kwaliteiten op zich, of ze interpreteren. 

À propos, zijn sommige van die donkere delen geen schaduw van de schilder zelf? Elise als duistere geest in haar eigen werk?

 

Willem Elias, kunsthistoricus 

2024, n.a.v. de duoshow met Roel Vandermeeren in galerie S & H De Buck te Gent

Toen ik Elise ontmoette, kon ik alleen maar vaststellen dat haar persoonlijkheid net zo authentiek en oprecht is als haar werk. De invalshoek waarmee ze het leven aanschouwt en omarmt, zit vervat in haar beeldtaal. Elise weet kleur en vorm samen te brengen met intensiteit en een intrigerende signatuur. Ze trekt je zowaar in haar werk met typerende perspectieven, subtiele details, doordachte composities en herinterpreteringen.

Daarnaast is het werk van Elise erg actueel. Niet omdat ze actuele pijnpunten aankaart of de huidige angstcultuur verbeeldt, maar net omdat ze als tegenreactie een surreële, intieme en essayistische mentale ruimte creëert die een gelaagde rust genereert. Ze slaagt erin om in elk werk verschillende betekenissen op te roepen met details en motieven, die subtiele links leggen binnen de composities van haar werk, wat bijdraagt tot een actuele, coherente wereld die tijd en ruimte overstijgt. Haar werken zijn nooit slechts een momentopname, maar vertellen een verhaal met een open begin en einde.

Katrien Dessers, Galeriehoudster Galerie Dessers te Hasselt

2023, n.a.v. de vaste aanstelling in deze galerie (momenteel tijdelijk gesloten)
 

Toen Alice (in Alice in Wonderland) op een tweesprong kwam, vroeg ze aan de kat welke kant ze op moest. “Dat hangt af waar je heen wil”, antwoordde de Kollumer kat. “Dat weet ik niet” repliceerde Alice. “In dat geval maakt het niet uit” besloot de kat.

Dit is de attitude die de kijker bij het werk van Elise Berkvens dient aan te nemen. Met traagheid verdwalen in haar schilderijen is een zalige en zelfs metafysische ervaring. Elise schildert niet dè realiteit maar brengt de vele realiteiten samen. Wat en hoe we de dingen zien, is immers afhankelijk van onze positie (plaats, houding, stemming) ten opzichte van die realiteit. Met een grote spirituele vrijheid neemt de kunstenares vele posities in. Nadat ze in haar hoofd gedeconstrueerd zijn, worden ze herschikt volgens de wil(lekeur) van de schepper. Berkvens werk nodigt ons uit om vrijer te kijken, niet geconditioneerd door de traditie of gewoonte waarmee we een kunstwerk benaderen. Het doet me denken aan Maharshi: “Bestaan of bewustzijn is de enige werkelijkheid die er is. Bewustzijn is het scherm waarop alle beelden komen en gaan. Het scherm is echt, de beelden erop slecht schaduwen”. Elise begrijpt het menselijk onvermogen om alles waar te nemen en herconstrueert een wereld om hem in zijn vele dimensies te tonen.

Veel werken van Berkvens roepen referenties aan het kubisme op, maar dit gaat verder; haar werk transcendeert de werkelijkheid nadat eerst alle facetten ervan verkend zijn. Je kan stellen dat één schilderij een mengeling of puzzel is van een veelheid aan werken. Een veelheid die zich niet meteen ontsluit maar die zich gestaag openbaart. We het werk ten volle wil proeven, moet traag degusteren want de vele lagen geven zich niet meteen bloot.

Gegrepen door de rijke inhoud van haar werk, zouden we haar ambacht vergeten. Er is geen twijfel: Elise Berkvens kent haar métier! Ja, ze kan schilderen, ze kent de potentie van het kleurenpalet dat ze gebruikt maar is zovéél meer!

Jan Leysen, Curator en kunstverzamelaar

2017, n.a.v. de solo tentoonstelling in CCHA, Hasselt

 

 

Het werk van Elise laat een niet onaardige, zelfs opmerkelijke productie zien. Haar schilderijen zijn reeds intrigerend in de mate dat zij tonen hoe ongrijpbaar de ervaring van ruimte wordt zodra zij wordt geëvoceerd in een eendimensionale vlak. Op haar best houdt Elise zich op in dit onherbergzame in-between tussen ruimte en plat vlak...

In potentie is zij in staat tot een eigentijds magisch realisme, een soort van metafysische schilderkunst.

Antoon Van den Braembussche, kunstfilosoof

2011, n.a.v. het atelierbezoek aan het HISK

bottom of page